Wat vind je in deze toolbox?
Deze toolbox is een verzameling van richtlijnen, beste praktijken, onderwijsstrategieën en aanbevolen literatuur (voor verder lezen) voor docenten die een inclusief curriculum en een inclusieve leeromgeving willen creëren. Deze bevat specifieke onderwijsstrategieën, tools voor het faciliteren van discussies over diversiteit en inclusiviteit binnen onderwijsteams, en een leidraad met voorbeelden van hoe in de klas discussies over gevoelige thema’s kunnen worden bevorderd en vergemakkelijkt. En nog veel, veel meer!
Voorbeeld:
Een student deelt het volgende: “Als de docent een opdracht geeft en vraagt om die in groepsverband uit te voeren, denk ik steeds; ‘hoe kom ik in een groep’? Andere studenten hebben vaak van tevoren al groepen gevormd. En ik dan?”
Leer meer over: Creëren van een veilig en positief klimaat in de klas Leer meer over: Versterken van de sociale cohesie Leer meer over: Ondersteunen van samenwerkend leren
Een student deelt het volgende: “Docenten moeten minder vooringenomen zijn. Als je Nederlander bent, ga je ervan uit dat iedereen net zo denkt als jij. Omdat studenten niet divers lijken, gaan docenten ervan uit dat iedereen hetzelfde is. Hoe minder diversiteit ze aan de buitenkant zien, hoe minder ze rekening houden met de verschillen die er zijn.”
Leer meer over: Aanpakken van je eigen vooroordelen
Een docent zet een student met een moslimachtergrond als vertegenwoordiger van alle moslims neer: “O, jij bent moslim! Kun je ons vertellen wat de Palestijnen denken van de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever?”
Dat kan ook gebeuren bij andere aspecten van diversiteit, zoals aspecten die verband houden met het feit dat iemand een etnische-minderheidsachtergrond heeft. Bijvoorbeeld: “Je bent Aziaat! Kun je ons vertellen wat Japanners denken van ons handelsbeleid?”
Leer meer over: Aanpakken van je eigen vooroordelen
Een andere student: “Zodra je je naam noemt (…) krijg je te horen ‘o, waar komt die naam vandaan?’ Als je dan uitlegt dat je een Turkse achtergrond hebt, klikt er iets in hun hoofd [en krijg je als standaardreactie]: ‘O, maar jij ziet er helemaal niet Turks uit’. Ze kijken dan anders naar me dan toen ik de klas binnenliep [en ze nog niet wisten dat ik een Turkse achtergrond heb]. Alsof alle Turkse mensen hetzelfde zijn, er hetzelfde uitzien en hetzelfde geloof hebben. Ze gaan er altijd van uit dat ik moslim ben. (…) Dan ben je niet meer dan een stereotype. Dat is niet alleen jammer, maar ook pijnlijk.”
Leer meer over: Aanpakken van je eigen vooroordelen
Volgens geneeskundestudenten worden vaak uitsluitend mannelijke patiënten gebruikt voor onderzoek en worden de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke patiënten genegeerd. Ook worden casussen die in het studiemateriaal worden behandeld, vaak gepresenteerd als ‘de norm’, terwijl casussen die buiten die norm vallen meestal stereotyperend zijn. Een student zei in verband hiermee: “Een homoseksuele man kan niet alleen een SOI (seksueel overdraagbare infectie, ookwel SOA genoemd) krijgen, maar ook een hartaanval. Maar dat zie je nooit in de gepresenteerde casussen.”
Leer meer over: Diversiteit in studiemateriaal
Een student met meerdere lichamelijke functiebeperkingen vertelde hoe onderwijs- en leeractiviteiten exclusief kunnen zijn: “De meeste introductieactiviteiten en ijsbrekers hebben de vorm van een fysieke activiteit. Dat maakt het voor mij onmogelijk om mee te doen, zelfs als het de allereerste activiteit van de cursus is.”
Leer meer over: Ontwerpen van toegankelijke onderwijs- en leeractiviteiten
Een studente deelde een ervaring uit haar klas die verband houdt met culturele praktijken: “Ik was de enige in mijn klas met een Afrikaanse achtergrond. Er was een diapresentatie over culturele praktijken waarbij ook Zwarte Piet voorbijkwam. De docent vroeg of iemand wist wat Zwarte Piet inhield. Een wit Nederlands meisje begon dit op zeer neerbuigende toon uit te leggen. Ze had het podium om het narratief te vormen en ik was het zwarte meisje dat op moest staan, wat me een gevoel van grote onveiligheid gaf.”
Doelend op het gebruik van stereotypen bij toetsen, geeft een student het volgende voorbeeld: “Als er een vraag is over iemand met een Hindoestaanse achtergrond, weet je het antwoord al van tevoren: ‘diabetes’”.
Leer meer over: Selecteren van casussen die de diversiteit van de samenleving weerspiegelen en geen heftige emotionele reacties oproepen
Een docent gebruikt in colleges uitspraken als “het moet jullie allemaal zijn opgevallen” of “het spreekt vanzelf dat…” Daarmee sluit de docent impliciet toehoorders uit die zijn standpunt niet begrijpen of niet delen. Een voorbeeld: Een gelovige student voelde zich buitengesloten toen een docent sprak over de evolutietheorie en het volgende zei: “Alleen de Bijbel beweert iets anders, maar jullie geloven natuurlijk niet in die onzin.”
Leer meer over: Inclusief taalgebruik
De ervaring van een psychologiestudent laat zien hoe in colleges soms stereotypen worden gebruikt: “Toen ons in een college over autisme werd verteld, werd een heel stereotiep beeld gegeven van mensen met autisme. De boodschap was dat als je autisme hebt, je niet in staat bent om met iemand een romantische relatie te hebben, aan een universiteit te studeren, enzovoorts. Tenminste, zo kwam het op me over. Maar dat geldt niet voor iedereen met autisme. We hebben allemaal onze vooroordelen, maar als je onderwijs geeft, moet je in staat zijn om die los te laten. Ik durfde tijdens het college mijn hand niet op te steken en te zeggen: ‘Hallo, ik heb autisme en ik ben student’. Maar misschien had ik dat wel moeten doen.”
Leer meer over: Aanpakken van je eigen vooroordelen Leer meer over: Inclusief taalgebruik
Een student legt uit: “Docenten zouden met hun colleges een grotere impact kunnen maken als ze praten over zaken rond diversiteit en inclusie die in het nieuws zijn. Maak in colleges ruimte om hierover te praten. Bespreek literatuur uit verschillende landen en vanuit verschillende gezichtspunten.”
Leer meer over: Diversiteit in studiemateriaal Leer meer over: Opnemen van verschillende standpunten
De ervaring van een studente geneeskunde laat zien dat de diversiteit die studenten in de praktijk tegen zullen komen, niet altijd tot uitdrukking komt in het lesmateriaal en de leerdoelen:
In een practicum werd studenten gevraagd de lichtreflex van de pupil te detecteren door met een lampje in elkaars ogen te schijnen. De kleur van de ogen van deze studente is echter zo donker dat de iris en de pupil nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden, waardoor het testen van de lichtreflex van de pupil onmogelijk is. De medewerker die toezicht hield tijdens het practicum, had ook geen idee hoe die de lichtreflex moest detecteren. De studente vroeg zich af waarom niet. Van haar wordt immers verwacht dat ze later als arts haar werk gaat doen in een diverse samenleving, waarin ze zeer waarschijnlijk ook patiënten zal tegenkomen die net als zij erg donkere ogen hebben. Het gaf haar ook een ongemakkelijk gevoel.
Leer meer over: Ontwerpen van toegankelijke onderwijs- en leeractiviteiten Leer meer over: Diversiteit in studiemateriaal