UU Inclusive Teaching Toolbox


Op een duidelijke en transparante wijze communiceren van doel en opzet van de toets

Een student die als eerste in het gezin naar de universiteit gaat (eerstegeneratiestudent), heeft bij een toets moeite om te begrijpen wat er van diegene verwacht wordt. Het is de student niet duidelijk hoeveel begeleiding die tijdens de toets zal krijgen, maar die is bang om vragen te stellen omdat dan zou blijken dat die niet op de hoogte is van de ‘ongeschreven’ regels of praktijken in het hoger onderwijs. Dit leidt tot verwarring, maar de student aarzelt om de docent om ondersteuning te vragen, waardoor de toets voor diegene onduidelijk blijft. 

Een student komt naar Nederland voor het volgen van een masteropleiding Engels. De studentengemeenschap bestaat voor de helft uit Nederlanders en voor de andere helft uit studenten uit de hele wereld. In de eerste introductiecursus krijgen studenten de individuele opdracht om een essay te schrijven. De studente in kwestie is erg zenuwachtig, omdat ze op haar vorige universiteit alleen (mondelinge) examens heeft gedaan en niet weet hoe je een essay schrijft. Ze is bang dat ze de opdracht niet kan maken en voor de eerste cursus een onvoldoende krijgt.    

Toetsverwachtingen verschillen per vakgebied, universiteit, cultuur en land. Vandaar dat er niet van mag worden uitgegaan dat alle studenten bekend zijn met de wijze waarop studenten doorgaans in een opleiding of als onderdeel van de traditie van de universiteit worden getoetst. Vandaar ook dat communiceren wat bij een toets wordt verwacht en het geven van uitgebreide ondersteuning, cruciaal is Higher Education Academy . (2014) Assessment and feedback .  

Tools  

Communiceren hoe de toets eruit zal zien  

  • Geef alle informatie over de wijze waarop studenten worden beoordeeld in een cursushandboek, in uitvoerige toetsinstructies of misschien zelfs in een korte video of een gestructureerd seminar Higher Education Academy . (2014) Assessment and feedback
  • Geef informatie over het type toets dat zal worden gebruikt (bijv. examen met open vragen, schrijven van een essay, geven van een groepspresentatie). Zelfs als de meeste studenten bekend zijn met het type toets (zie “Ontwerpen van een eerlijke toetsing”), is het belangrijk dat studenten uitgebreide informatie krijgen en de gelegenheid om vragen te stellen.   
  • Geef voorbeelden van het type toets (d.w.z. vragen uit eerdere toetsen) of van opdrachten die door andere studenten zijn gemaakt, die verduidelijken wat van studenten wordt verwacht. Bespreek hoe andere studenten de toets zijn aangegaan en welke aanpak de studenten zelf zouden volgen.   
  • Maak een lijst van aanvullende hulpmiddelen die voor (bepaalde) studenten beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld extra tijd voor het maken van een toets of gebruik van een woordenboek.   

Vertel studenten hoe ze worden beoordeeld

  • Ontwerp een rubric waarin duidelijk is aangegeven wat de kritieke mijlpalen zijn en de leerresultaten die van studenten worden verwacht. Verstrek deze rubric aan de studenten en voer ze stap voor stap langs de betekenis of bedoeling van de verschillende criteria: wat voor soort prestatie wordt verwacht? Zorg ervoor dat voor elke kritieke mijlpaal voor iedereen duidelijk is wanneer een prestatie gebrekkig is, wanneer bevredigend en wanneer van hoog niveau Higher Education Academy . (2014) Assessment and feedback .   
  • Wees concreet over de criteria en vermijd generieke zinnen als “gebruik een breed scala aan bronnen van hoge kwaliteit”.  Geef in plaats daarvan aan dat van de studenten wordt verwacht dat ze een x aantal bronnen gebruiken (bijv. “tussen tien en vijftien”) en omschrijf “hoge kwaliteit” (bijv. “peer reviewed artikelen in wetenschappelijke tijdschriften”) Higher Education Academy . (2014) Assessment and feedback .   
  • Tot slot: Beoordelingssystemen verschillen per land, waarbij sommige landen letters, andere percentages en weer andere cijfers gebruiken, op verschillende schalen. In Oostenrijk en Duitsland, bijvoorbeeld, worden cijferschalen van 5 tot 1 gebruikt, waarbij 5 de laagste score is. Het Nederlandse beoordelingssysteem gebruikt eveneens cijfers, maar in tegenovergestelde volgorde, waarbij 10 de hoogste en 1 de laagste score is. Verstrek studenten een uitvoerige toelichting op het beoordelingssysteem, met informatie over onder andere de vereisten voor het met goed gevolg afronden van de cursus en de herkansingsmogelijkheden (zie dit document).