Ontwerpen van toegankelijke onderwijs- en leeractiviteiten
Het volgende voorbeeld is afkomstig uit een gesprek met een focusgroep van studenten dat tijdens de COVID-19-periode werd gehouden aan de UU: “Ik kan nooit meedoen met de ijsbreker-activiteiten aan het begin van het schooljaar, omdat het daarbij altijd om bewegen gaat. Ik vind dat daar niet goed over is nagedacht. Anderen ervaren dat met andere zaken misschien ook zo. Nu kan ik aan alles meedoen, omdat het online is. Zo heb ik minder het gevoel dat ik anders ben.”
Volgens het Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO, 2020) heeft dertig procent van de studenten in het Nederlands onderwijs speciale voorzieningen nodig . De meest voorkomende speciale behoeften zijn een gevolg van dyslexie, psychische klachten en chronische ziekten. Tien procent van de betrokken studenten ondervindt daadwerkelijk hinder door deze voor het grootste deel verborgen speciale behoeften. Docenten en hogeronderwijsinstellingen dienen ervoor te zorgen dat er geen onnodige hindernissen zijn. Volgens het ECIO maakt een aanzienlijk aantal van de betreffende studenten de opleiding niet af of doen ze er veel langer over om af te studeren. Door rekening te houden met de speciale behoeften van deze studenten en de onderwijs- en leeractiviteiten zo toegankelijk mogelijk te maken, kunnen hun dagelijkse worstelingen en het vroegtijdig met de studie stoppen worden voorkomen of ten minste verminderd. In deze sectie kijken we hoe onderwijs- en leeractiviteiten kunnen worden aangepast om dat te bereiken (Teacher’s guide with tips (ecio.nl)).
Tools
Creëren van toegankelijke onderwijs- en leeractiviteiten in drie stappen.
Stap 1: Informeren naar behoeften
Voordat je begint met het aanpassen van onderwijs- en leeractiviteiten is het belangrijk dat je eerst nagaat welke voorzieningen eventueel nodig zijn. Sommige activiteiten kunnen mogelijk alleen toegankelijker worden gemaakt ten koste van de algemene kwaliteit van die activiteiten. Om een activiteit bijvoorbeeld toegankelijker te maken voor studenten met een lichamelijke functiebeperking, zou besloten kunnen worden om een onderdeel waarbij studenten door de klas moeten bewegen, te laten vallen. Als in een bepaald jaar geen van de studenten een lichamelijke functiebeperking heeft, zou dit echter een gemiste kans zijn om studenten meer te laten bewegen. Het kan daarom zinvol zijn om van tevoren bij je studenten te informeren in hoeverre ze speciale behoeften hebben, zodat je de onderwijs- en leeractiviteiten daarop kunt afstemmen. Op je OSIRIS-pagina kun je zien welke (praktische) voorzieningen je studenten nodig hebben. Om meer te weten te komen, kun je ook een van de volgende methoden gebruiken:
Vraag je studenten voorafgaande aan de cursus per e-mail, of anders tijdens de eerste les, om een korte enquête in te vullen over hun behoeften of eventuele speciale voorzieningen die ze tijdens de cursus nodig hebben. Vermeld dat de antwoorden vertrouwelijk worden behandeld. Je zou onder meer de volgende vragen kunnen stellen:
- Wat wil je dat ik weet over hoe jij het beste leert?
- Hoe kan ik je het beste helpen om te slagen voor deze cursus?
- Hoe kan ik je leerbehoeften het beste ondersteunen?
- Heb je behoeften wat de toegang tot voorzieningen of activiteiten betreft waarvan je het belangrijk vindt dat ik die weet?
Stap 2: Aanpassen van activiteiten om ze toegankelijker te maken
De Universiteit van Minnesota geeft informatie over het ontwerpen van inclusieve klassikale activiteiten:
- Het Disabilities, Opportunities, Internetworking and Technology (DO-IT) Center streeft naar de empowerment van mensen met een functiebeperking door middel van technologie en educatie. DO-IT reikt strategieën aan voor het creëren van toegankelijke activiteiten gebaseerd op een kader voor een universeel ontwerp van onderwijs (Universal Design of Instruction). Zie de sectie met de titel “Physical Environments and Products” op https://www.washington.edu/doit/equal-access-universal-design-instruction
- De volgende link leidt naar een lijst van gebruikelijke indicatoren van leerstoornissen bij studenten en informatie over geschikte onderwijsstrategieën waarmee rekening kan worden gehouden bij het ontwerpen van onderwijs- en leeractiviteiten voor studenten met een functiebeperking: https://www.teachervision.com/special-needs/teaching-students-special-needs
- Tenslotte verschaffen de Universal Design for learning (UDL)-richtlijnen een nuttig kader voor het ontwerpen van inclusieve cursussen. Dit kader helpt docenten om voor iedereen het onderwijs- en leerproces te verbeteren en optimaliseren op basis van wetenschappelijke inzichten over hoe we leren. De UDL-richtlijnen bieden nuttige tips voor het toegankelijk maken van onderwijs- en leeractiviteiten voor alle studenten. Behalve dat de richtlijnen meerdere manieren beschrijven waarop studenten bij activiteiten betrokken kunnen worden (bijv. vergroten van belangstelling en zelfregulering), bevatten ze ook nuttige tips voor het aanbieden van meerdere vormen van representatie (het ‘wat’ van leren): aanbieden van verschillende opties voor perceptie, voor taal en symbolen en voor begrip, alsook tips voor het aanbieden van meerdere vormen van actie en expressie (het ‘hoe’ van leren), zoals opties voor lichamelijke activiteiten, voor expressie en communicatie en voor de uitvoerende functies. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat essentiële informatie voor alle studenten even goed waarneembaar is. Volgens de UDL-richtlijnen is het verstandig om:
- dezelfde informatie in verschillende vormen aan te bieden (bijv. beeld, geluid en iets tastbaars);
- informatie te verstrekken in een format dat aanpassing door de student mogelijk maakt (bijv. de mogelijkheid om tekst groter te maken).
Dergelijke veranderingen maken de informatie voor alle studenten toegankelijker, niet alleen voor studenten met speciale behoeften. Voor meer informatie over de UDL-richtlijnen, zie: UDL: “Perception” (www.cast.org). Voor een compleet overzicht van de UDL-richtlijnen, zie hun website: UDL: “UDL Guidelines” (www.cast.org)
Stap 3: Vragen om feedback, zowel tijdens als na de cursus
Om er zeker van te zijn dat je de juiste veranderingen in je onderwijs- en leeractiviteiten aanbrengt/hebt aangebracht, is het belangrijk je studenten om feedback te vragen. Zij zijn immers de deskundigen als het om hun behoeften gaat. Dat kan op de volgende manieren:
- Vraag vooraf om feedback: ook voor personen met dezelfde functiebeperking verschilt wat ze wel of niet kunnen. Alleen de studenten zelf kunnen bepalen wat werkt en wat niet. Dus als je twijfelt of een activiteit voor een bepaalde student nog steeds toegankelijk is, vraag die student dan rechtstreeks of er iets veranderd moet worden.
- Vraag aan het einde van de cursus om feedback: voeg aan de cursusevaluatie een vraag toe over de toegankelijkheid van de activiteiten.
- Vraag bij twijfel “Services for Students with Disabilities” om advies.
Voor meer informatie over de toegankelijkheid van je cursus, zie de sectie over de “Toegankelijkheid van studiemateriaal”.