Over het project
Achtergrond
De Universiteit Utrecht (UU) heeft zich gecommitteerd aan het bevorderen van diversiteit en inclusiviteit onder medewerkers en studenten, om zowel een veilige als een inspirerende leeromgeving te creëren. Deze toolbox is ontwikkeld om dat doel te bevorderen als onderdeel van een project van de Universiteit Utrecht met de naam “Ontwikkelen van een inclusief curriculum en een inclusieve leeromgeving”. Bij dit project zijn drie faculteiten betrokken: Sociale Wetenschappen, Geneeskunde en Recht, Economie, Bestuur en Organisatie. Het wordt ondersteund door onderwijswetenschappers en gefinancierd door het Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs. De Toolbox is een verzameling van richtlijnen, beste praktijken, onderwijsstrategieën en aanbevolen literatuur voor verder lezen waarin het thema inclusiviteit in het curriculum en in de leeromgeving aan bod komt. Ze bevat specifieke onderwijsstrategieën, tools voor het faciliteren van discussies over diversiteit en inclusiviteit binnen onderwijsteams, en een leidraad met voorbeelden van hoe in de klas discussies over gevoelige thema’s kunnen worden bevorderd en vergemakkelijkt.
Behalve deze toolbox heeft het projectteam van de Universiteit Utrecht ook een reflectietool voor cursuscoördinatoren, docenten en studenten ontwikkeld (om toegang te krijgen tot deze tool hoef je alleen maar een mail te sturen naar inclusivecurriculum@uu.nl). Deze tool is speciaal ontworpen om te helpen reflecteren op de diversiteit en inclusiviteit van verschillende elementen van cursussen, zoals leeslijsten, klassikale activiteiten en toetsen. Een vergelijkbare maar bredere tool is ontwikkeld voor programmaleiders, waarmee de reflectie van de gebruiker op een meer holistische wijze wordt ondersteund en de aandacht wordt gericht op de algehele inclusiviteit en diversiteit van het curriculum binnen een opleiding. Voordat je de Toolbox gebruikt, is het raadzaam om eerst de reflectietool te voltooien. Docenten hebben aangegeven dat deze tool hen bewust heeft gemaakt van kwesties rond diversiteit en inclusiviteit waaraan ze nog niet gedacht hadden en heeft geholpen bij het identificeren van de aspecten van diversiteit en inclusiviteit waaraan ze prioriteit willen geven.
Waarom zou je de Toolbox gebruiken?
Voor het ontwikkelen van de Toolbox, voerde het projectteam gesprekken met studenten in focusgroepen. Daaruit kwam naar voren dat zich nog steeds situaties in klaslokalen voordoen die maken dat studenten zich onveilig, niet welkom of buitengesloten voelen. Verscheidene studenten meldden gevallen waarin ze zich in de klas ongemakkelijk hadden gevoeld omdat stereotyperende voorbeelden werden gebruikt. Een student geneeskunde merkte op dat bij hiv/aids-casussen vaak vermeld werd dat de betreffende patiënt homoseksueel was, maar dat gebeurde nooit in casussen die een hartaandoening of diabetes betroffen: “Iedereen kan door hiv worden besmet of aids krijgen, niet alleen mensen die homoseksueel zijn!” Een psychologiestudent merkte het volgende op:
“Toen ons in een college over autisme werd verteld, werd een heel stereotiep beeld gegeven van mensen met autisme. De boodschap was dat als je autisme hebt, je niet in staat bent om met iemand een romantische relatie te hebben, aan een universiteit te studeren, enzovoorts. Tenminste, zo kwam het op me over. Maar dat geldt toch niet voor iedereen met autisme. We hebben allemaal onze vooroordelen, maar als je onderwijs geeft, moet je in staat zijn om die los te laten. Ik durfde tijdens het college mijn hand niet op te steken en te zeggen: ‘Hallo, ik heb autisme en ik ben student’. Maar misschien had ik dat wel moeten doen.”
Verder onderstreepten studenten de behoefte aan meer inclusieve praktijken in de klas. Een student met meerdere lichamelijke functiebeperkingen vertelde bijvoorbeeld hoe onderwijs- en leeractiviteiten exclusief kunnen zijn:
“De meeste introductieactiviteiten en ijsbrekers hebben de vorm van een fysieke activiteit. Dat maakt het voor mij onmogelijk om mee te doen, zelfs als het de allereerste activiteit van de cursus is.”
Docenten van de Universiteit Utrecht verklaarden dat ze meer tools en informatie wilden hebben over hoe ze dergelijke situaties konden voorkomen of hoe ze er beter op konden reageren. Velen van hen voelden de noodzaak om in hun cursussen gevoelige kwesties aan de orde te stellen, maar zeiden extra informatie nodig te hebben over de wijze waarop ze dat op een open, respectvolle en toch kritische manier konden doen. Een docent van de faculteit Rechten, Economie, Bestuur en Organisatie merkte op dat elk jaar in de les over non-discriminatie een discussie ontstond over Zwarte Piet, en dat het een uitdaging was om die discussie in een internationale en diverse klas in goede banen te leiden. Ook programmaleiders zien zich voor kwesties in verband met diversiteit en inclusiviteit gesteld. Zijn leerdoelen bijvoorbeeld zo geformuleerd dat ze een diversiteit aan ideeën en gezichtspunten weerspiegelen? Voorziet het onderwijsprogramma in ondersteuning voor studenten met uiteenlopende functiebeperkingen en capaciteiten?
De Toolbox is ontwikkeld om medewerkers van de Universiteit Utrecht te helpen bij de aanpak van deze complexe kwesties en inclusiever lesgeven te bevorderen.
Wat bedoelen we met “inclusief lesgeven”?
Met “inclusief lesgeven” bedoelen we lesgeven op een manier waarbij
- ruimte en waardering is voor verschillende manieren van denken en uiteenlopende standpunten;
- personen met verschillende kenmerken en achtergronden op een zinvolle manier kunnen meedoen;
- deze verschillen (tussen personen en standpunten) daadwerkelijk worden gezien als kwaliteiten; en
- een sfeer van veiligheid, respect en gelijke kansen heerst.
Volgens het EDI Office van de Universiteit Utrecht verwijst “inclusie” naar “een universitaire gemeenschap waar iedereen zich thuis voelt en gewaardeerd wordt”. Dit betekent dat inspanningen voor het creëren van een inclusief curriculum en een inclusieve leeromgeving op dat doel moeten zijn gericht.
Wie zou de Toolbox moeten gebruiken?
De meeste tools in de Toolbox zijn met name relevant voor docenten, cursuscoördinatoren en programmaleiders in het hoger onderwijs. Maar sommige secties zijn mogelijk ook voor studenten relevant, voor hun opleiding of voor interacties met medestudenten. De tools voor het gebruik van inclusieve taal, bijvoorbeeld, kunnen ook door studenten worden gebruikt om beter te communiceren.
UU-medewerkers en -studenten kunnen ook zelf voorbeelden indienen van goede/slechte praktijken op het gebied van diversiteit en inclusiviteit in curricula en feedback geven voor het verbeteren van de tool (doe dat per e-mail: inclusivecurriculum@uu.nl).